Straatnaam: Dunantstraat

De Dunantstraat dankt zijn naam aan Henry Dunant (geboren Jean-Henri Dunant in 1828). Dunant was buiten een humanist, zakenman en sociaal activist vooral bekend om zijn deel in het oprichten van het Rode Kruis, waarvoor hij en Frederic Passy (mede-oprichter) de eerste nobelprijs wonnen. De stichting van het Rode Kruis was geinspireerd door Dunant’s bezoek aan de slag van Solferino in 1859 waar hij het boek “A Memory of Solferino” over schreef. De straat heet zo omdat hier destijds het gebouw van de Rotterdamse afdeling van het rode kruis stond. Toen Dunant de overblijfselen van de strijd zag en mertke dat er weinig in de vorm van hulp bestond voor de gewonde strijders maakte hij het voornemen om zelf benodigdheden te kopen en te verlenen. Al vanaf jonge leeftijd leek het Dunant’s roeping om de minder gelukkigen te assisteren. Op 19-jarige leeftijd stichtte hij de “Thursday Association”, een groep jongeren die samenkwamen om de bijbel te bestuderen en de arme te helpen. Op bejaarde leeftijd werd Dunant opgenomen in een bejaardetehuis waar hij lijdde aan depressie en paranoia. In zijn laatste jaren maakte hij een ommekeer op zijn geloof en viel hij het Calvinisme (en alle vormen van gestructureerde religie) aan. Zijn laatste woorden op 30 oktober 1910 luidde “Where has humanity gone?”. Maar zelfs in de dood toonde hij goed gedrag nadat hij een bed had gedoneerd aan het tehuis zodat er altijd een plek was voor een arme burger. Verder verleend Dunant zijn naam ook aan drie schepen die bedoeld zijn om zieken, ouderen en gehandicapten een mooie vakantie te geven aan boord van de J. Henry Dunant.